In de huidige wereld van technologie en innovatie zijn technici van onschatbare waarde. Ze vormen de basis van diverse industrieën, van IT tot bouw en van gezondheidszorg tot productie. Maar hoe zorgen we ervoor dat deze essentiële krachten gemotiveerd blijven en productief blijven? Het antwoord ligt in het begrijpen en toepassen van het concept van het 'Huis van Werkvermogen'.
Het 'Huis van Werkvermogen' is een model ontwikkeld door de Finse professor Juhani Ilmarinen en zijn collega's. Het biedt een heldere benadering voor de capaciteit van werknemers om werk uit te voeren en te blijven werken, te evalueren en te verbeteren. Het huis rust op vier pilaren: gezondheid, competenties, waarden en werkcontext.
Dit omvat zowel de fysieke als mentale gezondheid van technici. Het gaat niet alleen om het voorkomen van ziekte, maar ook om het bevorderen van een algemeen gevoel van welzijn. Werkgevers kunnen dit ondersteunen door gezondheidsprogramma's aan te bieden, ergonomische werkplekken te creëren en het belang van een gezonde levensstijl te benadrukken.
Wanneer technische bedrijven spreken over de gezondheid van hun medewerkers, geeft een aanzienlijke meerderheid aan dat er sprake is van druk en stress op de werkvloer. Zowel het kwantitatieve als het kwalitatieve tekort aan technici. Deze situatie heeft negatieve gevolgen: tijdens perioden van personeelstekort kunnen ziektedagen niet goed worden opgevangen, wat een probleem vormt, zoals blijkt uit gegevens van het CBS. Sinds 2013 ligt het ziekteverzuim in de technische sector hoger dan het gemiddelde in Nederland. De voornaamste reden voor werkgerelateerd verzuim is een te hoge werkdruk.
Technologie evolueert voortdurend, en technici moeten hun vaardigheden blijven ontwikkelen om relevant te blijven. Door middel van training, opleiding en mentorprogramma's kunnen werkgevers technici helpen bij het verbeteren en bijwerken van hun vaardigheden, zodat ze kunnen omgaan met veranderende technologieën en werkmethoden.
Het ROVC onderzoekt jaarlijks 2700 technici en ruim 1000 bedrijven. Hieruit blijkt dat technici veel waarde hechten aan het afstemmen van hun vaardigheden op veranderende werkvereisten gedurende hun loopbaan, en zien ontwikkelmogelijkheden als essentieel. Bijna de helft beschouwt dit zelfs als de belangrijkste factor bij het kiezen van een nieuwe baan. De meerderheid (51 procent) vindt dat hun werkgever voldoende aandacht besteedt aan hun ontwikkeling. Opmerkelijk is dat meer dan een vijfde aangeeft dat de geboden ontwikkelmogelijkheden de belangrijkste reden zijn om niet van baan te veranderen, wat aangeeft dat ze bij hun werkgever blijven vanwege de kans op groei en ontwikkeling.
Het is essentieel dat technici zich verbonden voelen met de waarden en doelen van hun organisatie. Een gevoel van betekenis en voldoening in het werk draagt bij aan de motivatie en het welzijn van werknemers. Werkgevers moeten een positieve werkcultuur bevorderen, waarin waardering wordt getoond voor de bijdragen van technici en waar ruimte is voor zelfstandigheid en groei.
Binding met de organisatie is een cruciale factor om aan het werk te blijven bij een werkgever. Uit de cijfers van het ROVC blijkt dat de meeste technici zich verbonden voelen, hoewel dit verschilt per leeftijdsgroep. Ongeveer 19 procent van alle technici heeft het afgelopen jaar gesolliciteerd naar een andere baan of functie, waarvan bijna de helft bij dezelfde werkgever. Jongere technici onder de 35 jaar solliciteren vaker dan hun oudere collega's van 55 jaar en ouder, en hun motieven verschillen ook. Jongeren geven de voorkeur aan persoonlijke ontwikkeling, gevolgd door salaris, terwijl meer ervaren technici de werksfeer en uitdaging als belangrijker beschouwen.
In de technische sector is motivatie vaak belangrijker dan diploma's en certificaten bij het aannemen van nieuwe medewerkers, zo blijkt uit onderzoek onder technici waarbij maar liefst 80 procent dit bevestigd. Echter, er lijkt een kloof te zijn tussen deze opvatting en de werkelijkheid bij bedrijven. Bijna de helft van de technici is van mening dat bedrijven meer nadruk zouden moeten leggen op motivatie tijdens het wervingsproces. Opvallend genoeg geeft een kwart van de technici aan dat bedrijven sollicitanten zonder mbo-diploma niet serieus nemen, wat aangeeft dat hier nog ruimte is voor verbetering.
Na de aanname van sollicitanten is het van belang om hen gemotiveerd te houden. Gelukkig weten technici hoe dit te bereiken: maar liefst 90 procent van hen geeft aan dat investeringen van werkgevers in hun ontwikkeling hen extra motiveren om hun werk met enthousiasme uit te voeren.
De omgeving waarin technici werken, speelt een grote rol in hun inzetbaarheid. Dit omvat zaken als flexibiliteit in werktijden, de mate van zelfstandigheid die technici hebben, de ondersteuning die ze krijgen van hun leidinggevenden en collega's, en de balans tussen werk en privéleven. Een positieve werkcontext bevordert de motivatie en het welzijn van technici, waardoor ze productiever en langer inzetbaar blijven.
Als we technici vragen wat ze het belangrijkst vinden, staat een goed salaris bovenaan de lijst (62 procent), gevolgd door een prettig team (48 procent), uitdagend werk (37 procent) en mogelijkheden tot ontwikkeling (33 procent). Flexibiliteit (28 procent), een goede werkcultuur (24 procent) en variatie (24 procent) worden ook hoog gewaardeerd. Het is duidelijk dat al deze aspecten een aanzienlijke invloed kunnen hebben op het werkvermogen van technici.
De noodzaak om technici op te leiden wordt steeds groter. Zoals eerder beschreven hechten technici grote waarde aan persoonlijke ontwikkeling. Alleen technische bedrijven die zich aanpassen aan deze veranderingen en blijven investeren in de ontwikkeling van hun technici, kunnen zich onderscheiden op het gebied van kwaliteit.
Het is essentieel dat het opleidingsaanbod snel reageert op de ontwikkelingen in de techniek. Gelukkig blijkt uit onderzoek dat bijna alle technici (90 procent) extra gemotiveerd zijn om hun werk goed te doen wanneer hun werkgever investeert in hun ontwikkeling.
Door te investeren in gezondheid, competenties, waarden en werkcontext kunnen werkgevers een omgeving creëren waarin technici gedijen en bijdragen aan het succes van hun organisatie op de lange termijn. “Het is een investering die zichzelf terugbetaalt in de vorm van gemotiveerde, competente en duurzaam inzetbare technische talenten. En mijns inziens ook cruciaal om actueel te blijven als aantrekkelijk werkgever,” aldus Bart Prins, algemeen directeur van Bureau Techniek.
Wil je ontdekken hoe we jou kunnen ondersteunen bij het aantrekken en behouden van technisch personeel voor een langdurige samenwerking? Aarzel dan niet om Contact met ons op te nemen.
Bron: https://www.rovc.nl/techbarometer/